Wat gaat er veranderen?

De Wet toekomst pensioenen is op 1 juli 2023 ingegaan. Op 1 januari 2028 moeten alle pensioenfondsen over zijn naar de nieuwe pensioenregeling. De belangrijkste veranderingen in het nieuwe pensioenstelsel op een rij:

  1. De AOW-leeftijd stijgt minder snel
  2. Iedereen krijgt een 'premieregeling'
  3. U kunt bij pensionering 10% van uw pensioen in één keer ontvangen
  4. Betere pensioenafspraken voor vervroegd stoppen met werken voor mensen met zware beroepen
  5. Beter nabestaandenpensioen
  6. Verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen

Deze afspraken moeten het pensioenstelsel transparanter en persoonlijker maken. Pensioenen gaan eerder omhoog als het beter gaat maar ook omlaag als het slechter gaat. Daarmee wil men pensioenen in Nederland meer toekomstbestendig maken.

Hieronder gaan we in op de eerste 3 wijzigingen.

De AOW-leeftijd stijgt mee met de gemiddelde levensverwachting. Maar voortaan minder snel. Vanaf 2025 zal de AOW-leeftijd niet 1 jaar stijgen per jaar dat we langer leven, maar 8 maanden. Benieuwd vanaf welk moment u AOW gaat ontvangen? Dat vindt u bij de Sociale Verzekeringsbank: SVB.nl.

Er is een flexibele premieregeling en een solidaire premieregeling. Welke regeling het voor u wordt, is afhankelijk van de keuze van uw werkgever. Kiest uw werkgever (of de sociale partners) voor de solidaire premieregeling, dan zal uw werkgever de pensioenregeling buiten SBZ Pensioen onderbrengen.

Drie belangrijke redenen waarom SBZ Pensioen de flexibele premieregeling gaat uitvoeren:

  1. 1. Zorgverzekeraars Nederland (ZN), De Unie, FNV Finance en CNV Vakmensen (samen de sociale partners) hebben na een zorgvuldig traject gekozen voor de zogenaamde flexibele premieregeling met Collectief Variabel Pensioen (CVP).
  2. 2. De flexibele premieregeling is in grote lijnen hetzelfde als de huidige Beschikbarepremieregeling (BPR).
  3. 3. Sociale partners Verzekeringsbedrijf zijn in december 2023 een CAO overeengekomen die aangesloten werkgevers de mogelijkheid biedt om voor de flexibele premieregeling te kiezen.

Iedereen krijgt een premieregeling
Bij een premieregeling is niet de hoogte van de pensioenuitkering het uitgangspunt, maar de ingelegde premie. In het nieuwe pensioenstelsel bouwt u een eigen pensioenkapitaal op van de betaalde premies en de beleggingsresultaten. Daarmee koopt u een pensioenuitkering aan als u met pensioen gaat. Zo wordt duidelijker wat u aan premie inlegt en wat u daarmee aan kapitaal opbouwt. De premie wordt, net zoals in de Beschikbarepremieregeling, samen met de pensioenpremie van de andere deelnemers belegd.

De verschillen tussen de beide premieregelingen:

De flexibele premieregeling
Voor de actieve deelnemers is er een ander beleggingsbeleid dan voor pensioengerechtigden.

In deze regeling kan de deelnemer zelf bepalen welk risico hij of zij wil lopen met de beleggingen. Bijvoorbeeld door het kiezen van een bepaald risicoprofiel. De deelnemer hoeft geen keuze te maken als hij dat niet wil.

De solidaire premieregeling
Er is sprake van één beleggingsbeleid voor zowel actieve deelnemers als pensioengerechtigden. Er komt een reserve om sommige risico’s met elkaar te delen.

Na pensioendatum krijgt de deelnemer een levenslange uitkering door periodiek een stukje uit het voor hem gereserveerde vermogen te onttrekken. Ook na pensioneren beweegt de pensioenuitkering mee met de beleggingsresultaten en kan deze daardoor hoger of lager worden, afhankelijk van de beleggingsresultaten en de rente.

Als u met pensioen gaat, wordt het straks waarschijnlijk mogelijk om maximaal 10% van uw pensioenpot ineens op te nemen. De voorwaarden zijn nog niet helemaal duidelijk. De wet gaat niet eerder inwerkingtreden dan 1 januari 2025. De uiteindelijke datum is afhankelijk van het parlementaire proces. Het opnemen van een bedrag ineens zorgt ervoor dat uw inkomen in één jaar hoger is en later blijvend lager. U heeft dan immers al een bedrag uit uw pensioenpot gehaald.

Er zijn spelregels voor het bedrag ineens*
* De volledige tekst over bedrag ineens is onder voorbehoud van goedkeuring van deze wet door de Tweede en Eerste Kamer.
Dit is wat we nú weten:

•  U mag maximaal 10% van de waarde van het ouderdomspensioen in één keer opnemen. Minder mag ook, bijvoorbeeld 5%.

•  Na opname van het bedrag ineens moet uw resterende bruto pensioen meer zijn dan de wettelijke afkoopgrens in dat jaar (die grens is € 592,51 per jaar in 2024).

•  U mag het bedrag ineens niet combineren met keuzes waardoor de hoogte van de uitkering varieert.

Welke voor- en nadelen zitten er aan een bedrag ineens
Een bedrag ineens heeft voordelen, omdat u meer flexibiliteit krijgt om het pensioen op uw eigen situatie af te stemmen. Met het bedrag ineens mag u doen wat u wilt. Bijvoorbeeld uw hypotheek (deels) aflossen, een auto kopen of toch die vakantie maken die u altijd in gedachten had. Als uw resterende inkomen voldoende is, kan een bedrag ineens handig zijn. Ook kan een bedrag ineens nadelen hebben. Dit zijn bijvoorbeeld:

•  Hoe hoger het bedrag ineens is, hoe lager de levenslange pensioenuitkering wordt. Uw maandelijkse pensioen gaat omlaag. Kijk daarom goed of u voor de rest van uw leven genoeg pensioen overhoudt.

•  U gaat misschien meer belasting betalen. Door het bedrag ineens kan uw inkomen namelijk in een hogere belastingschijf vallen. Daardoor blijft er netto minder over dan u misschien had verwacht.

•  Heeft u recht op toeslagen? Zoals zorgtoeslag of huurtoeslag? Dan kan het zijn dat u die tijdelijk niet meer krijgt. Want uw inkomen wordt gedurende één jaar hoger door het bedrag ineens.

Het kan om veel geld gaan, dus let op dat er geen misbruik wordt gemaakt van uw geld door mensen die u prachtige beleggingskansen beloven.

 

Wat blijft hetzelfde?
Door de invoering van het nieuwe pensioenstelstel verandert er veel. Tegelijkertijd blijven we ons inzetten om uw belangen te behartigen. We helpen u inzicht te krijgen wat pensioen voor u betekent. Op een rij wat hetzelfde blijft in het nieuwe pensioenstelsel:

  • Pensioen regelen we nog steeds samen. Werkgevers en werknemers zetten samen geld opzij voor pensioen. En gaat het niet goed met de beleggingsresultaten of de renteontwikkeling? Dan zijn er maatregelen om tegenvallers te delen.
  • U krijgt pensioen zolang u leeft en uw partner kan nog steeds rekenen op een partnerpensioen bij uw overlijden.
  • U kunt nog steeds eerder of later met pensioen.
  • U krijgt, net als nu, vanaf een bepaalde leeftijd ook AOW, een uitkering van de overheid. Bekijk op welke leeftijd u AOW gaat ontvangen bij de Sociale Verzekeringsbank: SVB.nl.
  • SBZ Pensioen blijft uw pensioen uitvoeren als uw werkgever kiest voor de flexibele premieregeling, tenzij u straks gebruikmaakt van het recht om elders een vast pensioen in te kopen. 

Sociale partners kiezen voor de flexibele premieregeling
Zorgverzekeraars Nederland (ZN), De Unie, FNV Finance en CNV Vakmensen (samen de sociale partners) hebben na een zorgvuldig traject gekozen voor de zogenaamde flexibele premieregeling met collectief variabel pensioen. Valt u onder de CAO Zorgverzekeraars, dan geldt dit voor u. In het transitieplan van Zorgverzekeraars Nederland (ZN) leest u alle keuzes die de sociale partners hebben gemaakt voor de nieuwe pensioenregeling. In de brochure zijn de belangrijkste afspraken op een rij gezet.

LEES HET TRANSITIEPLAN VAN ZORGVERZEKERAARS NEDERLAND (PDF)

LEES DE BROCHURE VAN ZORGVERZEKERAARS NEDERLAND (PDF)

SBZ Pensioen beoordeelt de komende periode of het de wensen van sociale partners kan en wil uitvoeren. Bekijk onze Tijdlijn voor meer informatie en lees onze nieuwsberichten over het nieuwe pensioenstelsel voor het laatste nieuws.

Verder lezen over de wijzigingen?
Op pensioenduidelijkheid.nl vindt u meer informatie over de wijzigingen in het pensioenstelsel.